“Goed!” zei ik tegen hem... “kiest u zelf maar een plek die u bevalt.”
“Het pleintje bij het Nijverheidsmuseum!”
Ik houd van dat pleintje bij het Nijverheidsmuseum… ik heb daar verdomd oude herinneringen aan… ik stel u mijn interviewer voor: professor Y. Daar zaten we dus op een bank op dat pleintje, professor Y rechts van me… hij loerde naar alle kanten, die professor Y … nee, hij voelde zich niet op zijn gemak… naar links! naar de andere kant!... en dan achter ons!... om elf uur, elf uur ’s morgens, hadden we onze afspraak… ik was er al om half elf!... u begrijpt, veel te vroeg komen is de gebruikelijke tactiek van wantrouwige lieden… die de omgeving willen verkennen… lang voor je verwacht wordt, want de mensen zijn zo slecht… nou!... goed!... uit!... daar zaten we!... ik verwachtte dat hij me vragen zou stellen… dat was de afspraak… maar nee! absoluut niet!… hij bleef daar stom naast me op de bank zitten!... ik zou wel een andere nurks hebben laten komen, als ik gekund had!... ik kende er genoeg!... een die tenminste wat gemopperd had… iemand die vijandig is en stommetje speelt, zoals die Y, da’s beroerd!
“U bent verrekt weinig beminnelijk, meneer professor Y!”
In welk boek van welke auteur(s) komt deze passage voor?
---
Het antwoord was Gesprekken met professor Y van L.F. Céline. Er zijn geen goede inzendingen binnengekomen.