‘Als de studenten wisten waar ze het over hadden, dan zouden ze groot gelijk hebben, wanneer ze beweerden: de universiteit bestaat voor een belangrijk deel uit bedriegers, die, niet langer dan zes maanden per jaar, hoogstens vier uur in de week werken en zich daarvoor een van de hoogste salarissen laten betalen die er in ons land kunnen worden verdiend.’ […] ‘Miljoenen guldens per jaar gaan er hier de deur uit en wat krijgt de gemeenschap ervoor terug?’
‘Kijk,’ antwoordde Kaeckebeke, ‘ik heb een droom. Ik heb al een hele tijd een droom. Wat zou er niet op gebouwen en apparaten kunnen worden bespaard als er aan de universiteit een tweeploegenstelsel werd ingevoerd: de ene ploeg studeert van augustus tot januari, zeg maar, en werkt verder thuis. De tweede ploeg gebruikt de collegezalen en de laboratoria de rest van het jaar.’
‘Plannen, plannen,’ zei Taets, ‘doe het voorstel eens en na een week kun je een bibliotheek vullen met de bezwaren die ze ertegen hebben weten te opperen.’
Uit welke roman van welke auteur komt deze passage?
---
Het antwoord was Onder professoren van W.F. Hermans. De boekenbon is gewonnen door Floor Jaspers.
Dit boek kopen? Klik op de kaft.